Bibliotheek

Ik lach in mezelf. Ik kijk naar de titel van het boek. De eeuwige reis. 'Het boek de eeuwige reis gaat een eeuwige reis maken naar jou hoofd als je niet naar boven komt. Ik zwaai met een groot zwaar boek. Ik wilde hem niet laten vallen want als ik haar raakte zou ze vallen en dan zou ze dood vallen.

Ik keek twijfelend naar het boek en naar het stuk dat ik nog moest. 'Je raakt me toch niet,' zei ik en ik klom zo snel mogelijk verder naar beneden. Ik moest hier weg zien te komen!

Ik twijfel. Als ik het boek gooi kan ik haar op het hoofd raken, kan ze vallen en dan kan ze dood zijn, maar als ik dat niet doe komt ze ermee weg en dan vertelt ze tegen iedereen wie ik werkelijk ben. Ik kies voor het laatste, omdat ik niet iemand wil vermoorden, daar kom ik sowieso niet mee weg, en ik het andere wel aan kan. Ik loop naar binnen en zie dan opeens een sleutel liggen. Ik pak hem en ren snel naar het kastje toe. Het past. Als ik het open doe zie ik een lijst liggen van al zijn verdachten. Ik sta er niet op. Ik pak een veer met war inkt en schrijf met zijn handschrift: Amelie Dubois. Dat zal haar leren.